'HANDEN AF VAN DE HARTJESDAGEN'

 

['d Oude Binnenstad, oktober 2005]

 

Dieper in Amsterdam dan Bert Raske kun je niet wonen. Aan het begin van de Warmoesstraat, op de plek waar Amsterdam begon, bewoont hij met zijn vrouw Ina een van de huizen die aan de achterkant plompverloren in het water van het Damrak staan. Donkerbruine, eeuwenoude balken in een laag plafond. Door het raam het watervlak, dat geluiden dempt, zodat het lijkt of de auto's en de trams op het Damrak geluidloos voorbijschuiven.

Bert Raske is 68, te jong om de hele dag van dit uitzicht te genieten. Hij struint boekwinkels en antiquariaten af, op zoek naar boeken over Amsterdam en historische scheepvaart. Zit in het Zwanenkoor én het Boomsspijkerkoor. En is een van de drijvende krachten achter de jaarlijkse viering van Hartjesdag op de Zeedijk.

Dat is de reden dat d'Oude Binnenstad nu bij hem op bezoek is. Bert heeft ons ontboden in verband met de reportage in ons vorige nummer over Hartjesdag 2005. De foto's daarin deugen niet. Ze laten niet de echte 'hartjes' zien, maar nep-hartjes die bezig zijn Hartjesdag in te pikken. En dat pikken Bert en zijn vrouw weer niet.

'Hartjesdag is een buurtfeest,' zegt hij. 'De buurtbewoners zijn ermee begonnen, als een verkleedpartij in het café, waarbij mannen vrouwenkleren aantrokken en andersom. Iedere gek die binnenkomt, trek maar een jurk aan en ga je gang, dat was het idee. De eerste keer, acht jaar geleden, deden er ook alleen maar hartjes mee: buurtbewoners.'

Hij trekt een fotoalbum te voorschijn, één van een hoge stapel. We zien Bert als Surinaamse kotomissie. 'En het echte spul hè... vier lagen stof over elkaar, niet zo'n huurding.' Bert als Ma Flodder. 'Met zó'n sigaar. Die moest ik ook oproken, de hele tijd.' Naast hem in het karretje opa Flodder in z'n conducteurspakje, 'da's Toos van het koor.' Bert als boerin uit Verweggistan. 'Schippersdochter van een of ander land dat niet bestaat. En hier, als SM meesteres. En als Saartje van Swiebertje. Maar altijd mét snor, hè. Die snor gaat d'r niet af. Heeft wel alle kleuren van de regenboog gehad.'

Een ander album wordt opengeslagen. Bert in Volendammer kostuum. 'Vorig jaar met m'n zoon Michiel als Volendamse Siamese tweeling. En hier, da's ook mijn zoon. Die doet een gek stuk met een ijzeren pan.'

IJzeren spullen en pannen zijn er genoeg in de familie Raske. Bert groeide op aan de Krommewaal, waar zijn ouders een tagrijn hadden, een winkel in scheepsbenodigdheden. Later nam Bert de zaak over en bouwde die uit tot een handel in scheepstoiletten en pompen, die zijn zoon Michiel nu weer heeft overgenomen.

Maar de laatste jaren dreigt dat karakter van spontane verkleedpartij met alles wat je toevallig op zolder vindt, in het gedrang te komen. 'Op een gegeven moment kreeg je die travestieten d'rbij,' zegt Bert. 'En toen die nichten van de Gay Parade. Eerst op zichzelf, maar de laatste tijd duiken ze d'r zó tussen! Zijn wij zo'n beetje onze act aan het bouwen, lopen ze om je heen, gaan ze aan je trekken en zo. Met strings en blote konten en die hele flauwekul. Dat hebben jullie ook in jullie krantje laten zien, maar dat heeft geen barst met Hartjesdag te maken. Niks! Wij gaan niet verwijfd lopen doen, da's helemaal niet de bedoeling. Het is puur verkleedtoneel, maar die nichten zijn profs, die hebben allerlei soorten spullen, een hele kast vol.'

'Het zijn die leerboys uit de homotenten,' vult zijn vrouw aan. 'Je houdt 't niet voor mogelijk... hun piemels staken gewoon uit hun broek! En als je d'r wat van zegt is het meteen: je hebt een hekel aan nichten. Niks van waar - het zijn onze beste vrienden. Er zijn ook genoeg nichten die gewoon op een leuke manier meedoen. En temeiers, wat dacht je. Da's puur natuur!'

 

Terug naar overzicht met artikelen