'HARE MAJESTEIT BEDOELT U ZEKER, KONINKLIJKE HOOGHEID!

 

[Argus, 22-1-2019]

 

In de vorige Argus deed Gerard Aalders verslag van de manier waarop koningin Wilhelmina de paleiswachten bij Het Loo placht te verleiden het woord tot haar te richten, terwijl dat streng verboden was. Tot drie maal toe sprak ze zo'n schildwacht dan aan, waarna hij, als hij ten slotte antwoord gaf, kon rekenen op drie weken cachot. Het verhaal berust op twee mailtjes die Aalders ontving naar aanleiding van zijn boek Wilhelmina, mythe, fictie en werkelijkheid, en is niet te checken.

Toch kan ik aan het vermoedelijke waarheidsgehalte iets toevoegen op grond van een ander verhaal, dat mij een kleine veertig jaar ter orde kwam. In 1979 maakten John Jansen van Galen en ik een rondgang langs bejaarde staatslieden met het oog op een artikelenserie in de Haagse Post over het leven van oud-premier Drees, die een jaar later zou resulteren in ons boek Drees, wethouder van Nederland. Een van onze zegslieden was als minister aanwezig bij Wilhelmina's abdicatie in 1948 en vertelde ons daarover de volgende anekdote. Ik herinner me die met grote helderheid, maar moet eraan toevoegen dat ik niet meer weet welke van onze zegslieden de verteller was. Ook dit verhaal valt dus niet te checken, maar opgeteld bij de twee mailtjes die Aalders onafhankelijk van elkaar ontving, versterkt het wel de indruk dat het op de proef stellen van ondergeschikten Wilhelmina niet vreemd was,

Welnu dan. Onze zegsman bevond zich met de andere leden van de ministersploeg in het paleis op de Dam, toen Wilhelmina daar na het ondertekenen van de akte van abdicatie en de balkonscÞne samen met de nieuwe koningin Juliana en prins Bernhard terugkeerde in de Burgerzaal. Hij raakte in gesprek met Wilhelmina - die voortaan als 'prinses' door het leven zou gaan - en sprak haar daarbij per ongeluk aan als 'majesteit'. Waarop zij verstoord repliceerde: 'Majesteit? Koninklijke Hoogheid bedoelt u zeker!'

Een half uurtje later kwam Wilhelmina dezelfde minister weer tegen in de gangen van het paleis en vroeg hem kwansuis: 'Ik ben mijn dochter uit het oog verloren. Hebt u Hare Koninklijke Hoogheid misschien gezien?' Waarop hij zonder aarzelen antwoordde: 'Hare Koninklijke Hoogheid? Hare Majesteit bedoelt u zeker, Koninklijke Hoogheid!'

Geen drie weken cachot dus voor deze alerte excellentie, maar wie was hij? Van de ministers uit het kabinet Drees-Van Schaik spraken wij behalve Drees zelf Lieftinck, Stikker, Mansholt en Van den Brink. De premier kunnen we als zegsman gerust wegstrepen: dergelijke petites histoires waren aan hem niet besteed. Ook Mansholt zie ik niet zo gauw aan voor het opdissen van zo'n verhaal. Resteren Stikker, Van den Brink en Lieftinck. Wie van de drie? Verder onderzoek gewenst.

 

Terug naar overzicht met artikelen