[NRC Handelsblad, 28-12-09 ]
Winter 2009 - weeralarm. De instanties alarmeren de burgers: blijf zitten waar je zit, verroer je niet. Het is niet alleen een weeralarm, het is ook een alarm over de staat van de openbare dienstverlening in Nederland. Wij instanties kunnen je niets meer garanderen, want we zijn opgesplitst, uitgedund en 'op afstand geplaatst'. Reken niet meer op ons maar behelp jezelf. Lever je eigen maatwerk door individuele verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid.
Afgelopen zaterdagavond zat ik, net als half Nederland, vast. Had ik het weeralarm van de instanties in de wind geslagen? Nee, ik was gestrand in een lift in hartje Amsterdam. Ik was degene die de instanties alarmeerde. Probéérde te alarmeren. Terwijl ik met vier andere mensen zat opgesloten in een lift van de Amsterdamse stadsschouwburg, maakte ik een leerzame reis van drie kwartier langs de Nederlandse veiligheids- en noodinstanties.
Om kwart voor elf, na afloop van de schitterende Hamlet-voorstelling van regisseur Thomas Ostermeier, hadden we de lift betreden, om even later te constateren dat er geen beweging in te krijgen was. We zaten opgesloten. In the mousetrap!
Op het bedieningspaneel zagen we een alarmknop. Vijf seconden indrukken en het liftnummer melden aan de alarmcentrale, luidde het bijschrift. Na vijf seconden klonk inderdaad een stem. 'Spreek uw boodschap in,' zei die. 'Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op. Tuut tuut tuut!' Latere pogingen leverden steeds weer dezelfde ingeblikte boodschap op.
Mobieltjes werden getrokken. 'Laten we 112 bellen,' stelde iemand voor.
'Nee joh, dat mag alleen in levensbedreigende situaties.'
Dan maar geprobeerd de receptie of het café van de schouwburg te bereiken. Ik bel 1800 nummerinformatie: 'Goedenavond, wij zitten hier opgesloten in een lift in de stadsschouwburg in Amsterdam. Kunt u mij verbinden met de receptie van de schouwburg?'
'Ogenblikje..... pief ...trrrf... U spreekt met het bespreekbureau van Stadsschouwburg Amsterdam. Wij zijn momenteel gesloten. Tuut tuut tuut.'
Opnieuw gedraaid. 'Ja, goedenavond, kunt u mij verbinden met de stadsschouwburg in Amsterdam? Wij zitten hier opgesloten in een lift en hebben hulp nodig. Kunt u de receptie proberen, of anders het café, en even aan de lijn blijven tot we verbinding hebben?'
'Eén moment... krggg.. fluup... Met het centrale bespreekbureau van de Nederlandse theaters... Druk 1 als u kaartjes wilt bestellen voor....' Tuut tuut tuut.
Elf uur. Ik begin flink hard tegen de deuren van de lift te schoppen. Er gebeurt niets. We bevinden ons midden in het Amsterdamse uitgaanscentrum, het is zaterdagavond, beneden zit café Stanislavski stampvol, politiebureau Lijnbaansgracht is letterlijk naast de deur, maar we zijn als roependen in de woestijn.
Om elf uur draai ik toch maar 112 - dan maar burgerlijk ongehoorzaam.
'Een ogenblikje,' klinkt het. 'Ik verbind u door met de brandweer'
'Brandweer.'
'Wij zitten vast in een lift van de stadsschouwburg. We kunnen geen contact krijgen met de alarmcentrale of de receptie.'
'Hè? Hebt u geen verbindingsmogelijkheid met de receptie? En u krijgt een antwoordapparaat als u het alarm indrukt? We komen eraan en ik zal dit meteen even doorgeven aan de afdeling veiligheidsvergunningen.'
Dat had ik graag willen horen. In plaats daarvan klinkt een verveelde stem:
'Ja...?'
'We kunnen dus met niemand contact krijgen, en nu heeft 112 ons met u doorverbonden,' licht ik met de verschuldigde nederigheid toe.
'O. En nu wilt u dat wij naar u toe komen?'
'Precies! Dat zouden wij enorm op prijs stellen.'
'Hmm... nou ja, we komen wel even kijken.'
'We hebben hier ook nog een liftnummer dat we bij alarm moeten vermelden, dan weet u in welke lift we zitten.
'O? Is daar ook een nummer van? Nou, geef dan maar.'
Tien over elf. Het wordt warm in onze lift, de luchtkwaliteit in het hokje is er niet op vooruitgegaan. Familie en vrienden worden gebeld, een van hen spoedt zich naar de schouwburg om zelf maar alarm te slaan.
Dan verschijnen er eindelijk twee mensen bij de lift. Het zijn medewerksters van de publieksservice van de schouwburg. 'We hebben gebeld hoor,' roepen ze ons toe. 'Er wordt aan gewerkt!'
'Wat bedoelen jullie? Hebben jullie de alarmcentrale gesproken?'
'Ja, we staan met ze in contact en zij nemen contact op met de dichtstbijzijnde monteur.'
'Is er een monteur onderweg, dan? En hoe lang duurt het voordat die hier is?'
'Dat kan ik u niet zeggen. De centrale regelt het contact met de monteur.'
'Kom op zeg! Wij willen weten waar die monteur vandaan moet komen en wanneer hij hier is.'
'Dus u wilt dat wij opnieuw de alarmcentrale bellen?'
'U raadt het. Dat zouden we geweldig waarderen!'
Even later: 'De alarmcentrale laat weten dat er aan wordt gewerkt contact te leggen met de monteur. Hij komt zo snel mogelijk.'
Half twaalf. Nog steeds geen brandweer en geen monteur. Wel een mevrouw van de technische dienst van de schouwburg die in samenwerking met een gespierde jongeman de deur ten langen leste weet open te wrikken.
Echt vriendelijk zijn we niet tegenover de meisjes van de publieksservice, vrees ik. 'Waarom is de brandweer niet gekomen?' blaf ik. 'Dat hebben ze beloofd, maar ze hebben ons hier drie kwartier laten zitten.'
'Ze hebben gebeld, maar de afspraak is dat we het eerst zelf proberen en pas daarna de brandweer laten komen.'
'En waarom is er geen alarmverbinding met de receptie van de schouwburg?' Een antwoord blijft uit.
'En die alarmcentrale?'
'Dat snappen wij ook niet. We zullen contact opnemen met de firma Möhringer.'
Zo eindigt onze virtuele reis langs de Nederlandse instanties voor hulp en bijstand na zes uur. Langs het Nederland waar voorzieningen zijn getrimd en teruggetrokken, taken zijn dóórgedelegeerd en verantwoordelijkheden gespreid als pindakaas over een zuinig belegde boterham. Hulp in hedendaags Holland is een helpdesk... een helpdesk in een andere stad... het antwoordapparaat van een helpdesk in een andere stad. Wat was er gebeurd als we waren blijven steken tussen twee verdiepingen in, als niemand een gsm bij zich had gehad of als er een hartpatiënt bij was geweest? Dan was het gebleven bij Words, words, words... en the rest is silence.