[Nederlands Dagblad, 30-8-12]
Ik dacht dat ik er eindelijk van verlost was. Verlost van de vraag die me vroeger steevast voor de voeten werd geworpen als ik me liet ontvallen dat ik ChristenUnie had gestemd.
'ChristenUnie? Is dat niet dat partijtje dat vrouwen uit de Kamer weert?' Na twee kabinetsperiodes waarin CU en SGP diametraal tegenover elkaar stonden, zou die vraag wel verdwijnen, dacht ik. Maar helaas, ik kan weer overnieuw beginnen en het is de CU zelf die roet in het eten heeft gegooid.
Veel ruchtbaarheid heeft de partij er niet aan gegeven, aan de lijstverbinding die ze voor de komende verkiezingen is aangegaan met de SGP. Het gebeurde zo stilletjes dat je zou kunnen denken aan zo'n typisch Haags achterkamertjesgebeuren. Niet van: 'Hier sta ik, ik kan niet anders.' Een beetje smiespelig, eerder.
En dat terwijl ik ooit besloot op de (toen nog) GPV te gaan stemmen nadat ik het partijprogramma Om een geloofwaardige overheid had gelezen. Het was in 1994, toen de PvdA haar ideologische veren had afgeschud en me daarmee de politieke woestijn in had gestuurd. In het GPV-programma trof ik een reeks punten aan die je zonder meer links kon noemen. Het GPV maakte nog ernst met sociaal beleid, milieupolitiek en een krachtige rol voor de overheid.
En wat me nog het meest aansprak: terwijl de PvdA aan het draaien was geslagen, trof ik hier een partij die rechtzinnig, betrouwbaar en consequent was. Een partij waar je van op aan kon. Dat die rechtzinnigheid ook een serie typisch christelijke issues gold die mij gestolen konden worden, nam ik op de koop toe. Een zwevende kiezer kan niet verwachten dat hij op al zijn wenken wordt bediend.
Verbijsterd
Ik wist eerlijk gezegd niet dat GPV/ChristenUnie toen ook al lijstverbindingen aanging met de SGP - ook toen gebeurde dat misschien al in stilte. Ik herinner me wel hoe verbijsterd ik was toen CU-fractieleider André Rouvoet in 2003 bij de formatie van Balkenende 2 aan boord probeerde te klimmen, hand in hand met de SGP.
Maar dat leek een uitzondering, of een laatste oprisping van de oude gedachte van de 'Staphorst-variant'. Sedertdien werd het onderscheid tussen de twee steeds duidelijker. Van 2007 tot 2010 zat de CU in het kabinet-Balkenende 4, met de SGP in de oppositie. Bij het aantreden van het kabinet-Rutte draaiden de rollen om: de SGP verleende onuitgesproken gedoogsteun, de CU zat in de oppositie.
Hett was dan ook heel consequent en geloofwaardig dat de SGP bij de Statenverkiezingen van vorig jaar weigerde de CU aan een extra Eerste-Kamerzetel te helpen. En bij het Kunduz-akkoord van april dit jaar werd het opnieuw bevestigd: CU en SGP staan niet naast elkaar maar tegenover elkaar.
Het leek er op dat de CU zich ontwikkelde tot een normale politieke partij - religieus geïnspireerd, zoals andere partijen zich door een ideologie laten inspireren, maar midden in de wereld in plaats van erbuiten, zoals de SGP. Maar hoe geloofwaardig is dat nog nu de CU opnieuw een verbinding aangaat met die partij?
Draaikonterij
Of misschien moet je juist zeggen dat hieruit blijkt hoezeer de ChristenUnie inderdaad een 'normale' partij is geworden. Een partij die niet terugschrikt voor een potje draaikonterij als dat zo uitkomt. En die daarmee bijdraagt aan het toch al zo negatieve beeld van 'die politici in Den Haag'.
Maar eigenlijk is het nog ernstiger, als we dan toch machiavellistisch gaan denken: die lijstverbinding is erger dan kwalijk - ze is dom! Het zetelaantal van de ChristenUnie (en voordien van haar voorlopers GPV + RPF) schommelt al vanaf de jaren negentig tussen de drie en de zes zetels. De traditionele achterban - vrijgemaakt of anderszins orthodox-protestants - garandeert een drietal zetels.
Alles wat méér is, moet worden binnengehaald op grond van het inhoudelijke politieke programma. Maar juist deze kiezers moeten niets hebben van achterkamerafspraakjes met een theocratische partij die vrouwen discrimineert en ouders zoveel ruimte laat om niet te vaccineren dat ze kinderen blootstelt aan besmettelijke ziekten als polio, mazelen en rodehond.
Deze kiezers zien in de CU een partij die op grond van haar politieke stellingnamen eerder een lijstverbinding zou moeten aangaan met bijvoorbeeld GroenLinks. Of met het CDA: in het politieke model van politicoloog André Krouwel staat de CU dichter bij die partij dan bij de SGP. Met de staatkundig gereformeerden deelt de ChristenUnie al zo'n tien, vijftien jaar niet veel meer dan de bijbelse inspiratie. Het is alsof de PvdA een lijstverbinding zou aangaan met de communisten omdat ze allebei de Internationale zingen. Als sociaaldemocraat weet ik maar al te goed dat het begrip 'socialistisch' de naam kan sieren van de meest abjecte politieke bewegingen. Het begrip is niet beschermd en weerloos, iedereen kan het zich toe-eigenen. Voor woorden als 'christelijk' en 'gereformeerd' geldt hetzelfde; wordt het anno 2012 niet eens tijd om dat toe te geven?