[d'Oude Binnenstad, december 2013 ]
Het blijft rommelen rond de Oude Kerk. Onlangs is er een nieuw bestuur geïnstalleerd met grootse plannen om van de kerk een centrum voor moderne kunst te maken. De gepresenteerde plannen hebben vanaf het begin tot een discussie geleid over het belang van erfgoed en de identiteit van een kerkelijk monument dat nog als kerk wordt gebruikt. Mogen aan zo'n monument veranderingen worden aangebracht in naam van de nieuwe bestemming? We gingen in gesprek met Esther Agricola, directeur van het gemeentelijk Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) en Han van der Zanden, monumentenadviseur bij het BMA.
'We zijn blij met dit gesprek,' zegt Esther Agricola, 'want we hebben gemerkt dat er allerlei vooronderstellingen leven over onze rol als monumentenclub. De nieuwe richting die de directie van de Oude Kerk is ingeslagen, heeft veel kritiek opgeroepen. Wat is onze opstelling daarbij?De vraag is daarbij vooral hoe je het religieuze karakter van het gebouw kan combineren met andere activiteiten. Er zijn periodes geweest waarin de religieuze functie vooropstond, in andere periodes stond de kerk ook open voor wereldse zaken.
Ja, de kerk als huiskamer van de buurt. Maar de toegangsprijs is structureel verhoogd van 5 naar 7,5 euro. Dat zet die publieke toegankelijkheid juist onder druk.
Esther Agricola: 'Entree heffen kan een middel zijn om de nodige financiën bij elkaar te harken, maar daarvoor heb je ook nog een scala aan andere mogelijkheden. Kun je entreegeld vragen voor een kerk... ik vind dat een heel moeilijke kwestie.'
Han van der Zanden vult aan: 'Financie ring is nu een belangrijk thema. Overal zie je dat kerkbesturen de gekste dingen bedenken om extra geld te genereren.'
Nu is er 2,5 miljoen euro uitgetrokken om van de Oude Kerk een kunsthal te maken. Niet om het erfgoed te behouden maar om tentoonstellingen te realiseren. Ligt het op een gegeven moment niet op de weg van het BMA om vast te stellen dat hierdoor afbreuk wordt gedaan aan de immateriële waarde van de kerk?
Esther Agricola: 'Misschien. Dat zou voor ons een heel bijzondere uitspraak zijn, maar in een zo bijzonder geval als de Oude Kerk, het belangrijkste historische gebouw van Amsterdam, mag je het daarover hebben. Wel is dat een heel complexe discussie. Wanneer tast je werkelijk een ruimte aan? Hier in het vroegere bankgebouw van De Bazel waar wij nu zitten, en bijvoorbeeld in de Beurs van Berlage, moeten we ook het evenwicht zoeken tussen historische waarde en nieuw gebruik.'
In die gebouwen is de oorspronkelijke functie verdwenen, in de Oude Kerk niet. Dat is nu juist het unieke, na zevenhonderd jaar. En de nieuwe directie heeft het niet over het zoeken van een nieuw evenwicht maar spreekt van 'herbestemmen' tot kunsthal.
Esther Agricola: 'Ja, dat is een duidelijk verschil. Maar het gebruik verandert in onze ogen niet. De kerk wordt nog steeds als kerk gebruikt, met daarnaast nevenactiviteiten. Het enige verschil met hiervoor is dat de directie van de duidelijk een richting heeft gekozen voor die activiteiten. Hiervoor was het wat zich toevallig aandiende. Ik vind dat we een paar jaar moeten aankijken hoe het zich ontwikkelt. De tentoonstelling Memento die er nu staat, met verhalen van Amsterdammers over verbroken relaties, vind ik een mooi idee. Ik zou het fantastisch vinden als deze programmering een nieuw publiek naar de kerk trekt.'
Tegelijk is er een geluidskunstwerk, de stilte is weg. Daar schrik je een ander publiek mee af.
Esther Agricola: 'Ja, dat geluid heeft een enorme impact. Als je komt voor de stilte, kan dat een teleurstelling zijn. Maar of je er mensen mee afschrikt, zou je over een jaar moeten bekijken.'
Ook de muziek is verdwenen. Geen concerten meer, geen kerstconcert. Het brede culturele palet dat in de Oude Kerk werd gepresenteerd, wordt versmald tot een bepaald soort modernistische kunst. Een deel van het vaste publiek jaag je daarmee weg.
Esther Agricola: 'Je kan ook zeggen: het krijgt meer richting en daardoor meer gezicht. En dat is misschien ook wel iets dat het gebouw kan gebruiken. De afgelopen jaren is er van alles en nog wat naar de Oude Kerk gehaald. Het streven naar een duidelijke nieuwe identiteit door die programmering vind ik heel spannend. Tegelijk vind het fascinerend wat voor krachten die nieuwe programmering oproept. Een grote groep mensen is daar heel bezorgd over. Ik zou wel eens uitgezocht willen zien waar dat vandaan komt.'
Zou het niet komen door de extreme opstelling van de nieuwe directie? Een groep betrokken Amsterdammers probeert een rondetafelgesprek te organiseren, maar de nieuwe directie gaat dat uit de weg. Ook de protesten tegen een nieuwe moderne toegang in de toren hebben weinig uitgehaald.
Han van der Zanden: 'Aanvankelijk waren er allerlei wilde gedachten om van die toegang een soort statement te maken. Daar waren wij geen voorstander van, we willen niet allerlei potsierlijke dingen aan de buitenzijde hebben. BMA ziet er in de eerste plaats op toe dat het monument niet wordt aangetast. De architectonische uitwerking van een nieuwe invulling zoals de torenentree is veel meer de competentie van de welstandscommissie. Wij vinden niet dat wij als instandhoudingsorganisatie moeten dicteren in welke "stijl" men moet ontwerpen. Maar er is een grensgebied... de ruimtelijkheid en de uitstraling van zo'n ruimte dragen ook bij aan de monumentaliteit. Als een toevoeging wezenlijk afbreuk doet aan de beleving van een monument proberen wij daar wel degelijk in te sturen.'
Esther Agricola: 'We hebben het steeds vaker over dat grensgebied, over de leesbaarheid en gelaagdheid van een monument. Maar we willen ons niet met alles bemoeien. Dat we hier in zo'n prachtige stad zitten, is het resultaat van "maatwerk" door al die initiatieven van mensen die op hun manier iets hebben toegevoegd.'
Hebben jullie geen visie op het hele ensemble van de oude stad? Bijvoorbeeld op het "betere" soort toeristen dat je daarheen zou willen trekken? Die worden nu negen maanden per jaar geconfronteerd met een kunsthal in plaats van een kerk met een Saenredam-sfeer. Zouden ze dat echt willen?
Esther Agricola: 'Interessante vraag. Daar bestaat geen publieksonderzoek naar. Dat zouden we best eens kunnen doen.'