TOFFE TYPES

 

[MyWorld, september 2014]

 

Alle Menschen werden brüder klonk het optimistisch bij de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. De dichter Schiller was in 1785 natuurlijk niet de eerste die de band tussen familieleden aanbeval als model voor alle menselijke relaties. Jezus sprak zijn volgelingen ook al toe als 'broeders'.

Ook nu is het gebruik nog wijdverbreid. In de zwarte volkscultuur in Amerika is het bradda, sistah en mama niet van de lucht. De bijbehorende noties van warmte en gemeenzaamheid roepen bij ons een gevoel van jaloezie op. Ego-centered, zo heb ik ons verwantschapsstelsel eens horen omschrijven door een Nepalese antropoloog.

Maar nog niet zo lang geleden waren we ook hier omringd door 'omes' en 'tantes' die eigenlijk buurtgenoten waren. In de liedjes van Johnny Jordaan waren ze nog prominent aanwezig. Toffe types waren dat, maar ook types om als kind rekening mee te houden. Misdroeg je je op straat, dan konden ze je zomaar een draai om de oren geven. Sociologen schrijven nu spijtig over een tekort aan 'publieke familiariteit'.

Hebben ze een punt? Kijk eens naar culturen waar die familiariteit nog hoogtij viert. Papa doc in Haïti was niet bepaald een goede huisvader. Onder Somalische piraten is 'papa' een eretitel die je verwerft als je zo rijk bent geworden dat iedereen je wel moet gehoorzamen. In afgeluisterde telefoongesprekken bleek dat de Turkse premier Erdogan corrupte onderknuppels aansprak als 'broer'. En in een reportage van Afrika-correspondent Koert Lindijer zag ik dat hij bij een wegversperring in de Centraal Afrikaanse Republiek door een gedrogeerde gangsterjongen met hakmes werd aangesproken als 'opa'. Zomaar een paar voorbeelden van het oprekken van familiebanden. Heel anders dan onze verschraalde familiecultuur, waarbij echte warmte zich heeft teruggetrokken binnen het kerngezin. Alleen: wie moet nu jaloers zijn op wie?

 

Terug naar overzicht met artikelen