[ de Volkskrant, 22-11-06 ]
Nog nooit bleven zoveel kiezers zweven tot vlak voor de verkiezingen, en dat maakt iedereen zenuwachtig. Veel floating voters geeft een gevoel van ongemak en heimwee. Vroeger, toen de mensen nog lid waren van ideologische clubs, wist je tenminste waar je aan toe was. Nu knaagt het gevoel dat de kiezers er uiteindelijk maar een slag naar zullen slaan en dat daardoor een minder 'degelijke' uitslag uit de bus komt.
Maar ik wil de lof van de floating voter zingen. Dat zovelen tot het laatste moment talmen met het bepalen van hun voorkeur, houdt de politieke gladiatoren fris tot de stemkantoren opengaan. Nog nooit keken zoveel Nederlanders naar zoveel tv-programma's met zoveel politici.
Het hoge percentage zwevende kiezers is niet alleen mede-oorzaak van deze politieke hoogconjunctuur, maar ook gevolg. Terwijl hij gebiologeerd als een konijn gevangen zit in het blauwe licht van de politieke spelshows, ziet de zwevende kiezer dingen. Ah, daar hebben we de lijsttrekker van de partij waar hij momenteel zachtjes heen zweeft. Maar wat is dat? Wat zegt die vent dáár nou?
Het enorme aanbod aan politieke tv-programma's maakt dat de lijsttrekkers over werkelijk ieder aspect van hun programma - en hun karakter - worden ondervraagd. Daarmee is het informatieniveau van de kiezer gediend, maar zijn besluitvaardigheid niet. Steeds als hij bijna zijn stem heeft bepaald, gooit zo'n lijsttrekker roet in het eten door met een schandelijk standpunt te komen over een onderwerp waaraan de kiezer nog niet zoveel aandacht had besteed. En hup, daar zweeft hij weer.
Deze gang van zaken wordt niet alleen in de hand gewerkt door de enorme tv-exposure van politici, maar ook door de manier waarop kiezers tegenwoordig hun stem bepalen. Nu geen enkele partij mijn hele pakket aan wensen in haar programma heeft staan, wordt de keuze een kwestie van afstrepen. Met welke partijen wil ik in elk geval niks te maken hebben? Ik stem op de partij die ik overhoud.
Uit deze stand van zaken vallen twee conclusies te trekken. Ten eerste dat de Nederlandse politiek blaakt van gezondheid. Dat de kiezers aan bijna iedere partij wel een smetje weten te ontdekken, is een triomf van politieke betrokkenheid en voorlichting. In de tweede plaats betekent de 'negatieve' stemkeuze van zwevende kiezers dat politieke partijen zich eigenlijk het beste kunnen concentreren op hun core-business, om zich voor het overige een beetje op de vlakte te houden.
De mogelijkheden daartoe zijn beperkt - tenminste voor de grote partijen. Wie deze boodschap wel begrepen heeft en waar weet te maken, is de Partij voor de Dieren. Wat vindt de PvdD van de versoepeling van het ontslagrecht? Van onze aanwezigheid in Afghanistan en Irak? Als ze er al iets van vindt, weet de kiezer het in ieder geval niet. De PvdD is de enige partij die zonder voorbehoud opkomt voor het goede, en nooit op grond van een lelijk standpunt kan worden weggestreept. Daarom zullen heel wat zwevers op het laatste moment die partij hun stem gunnen. Een proteststem uit negativisme onder het motto 'geef mijn portie maar aan Fikkie'? Je kunt ook zeggen: een positieve stem, vanuit de gedachte: Fikkie is als enige oké.