[NRC Handelsblad, Achterpagina, 15-01-2021
PDF: NRC 15-1-2021 Avondklok]
Buiten is het min zoveel graden, binnen zitten u en ik. Met ingehouden adem te luisteren naar zware stappen, laarzenstappen, die naderbijkomen door de verlaten straten en god geve je deur voorbij zullen gaan. O nee, dat was die andere avondklok, die uit de verhalen van opa en oma.
De ene avondklok is de andere niet. Die van mij speelde zich af in september 1973, toen ik naar de Chileense hoofdstad Santiago was gereisd om verslag te doen van de generaalscoup tegen de linkse president Allende. Alle journalisten logeerden in het chique hotel Carrera, schuin tegenover het presidentiĆ«le paleis, dat een paar dagen tevoren aan flarden was geschoten. ’s Avonds, als de toque de queda was ingegaan, dineerden we rond het feĆ«riek verlichte zwembad op het dakterras. Uit de stad dreven flarden van geweerschoten en ontploffingen op ons toe. Obers in livrei droegen schotels aan, waarop boterhammen met een zweterig plakje kaas, het enige dat nog te krijgen was.
Dat was een surrealistische avondklok. Het absolute kwaad dat zich op een onnavolgbare manier vermengde met een gevoel van relatieve veiligheid waar je je eigenlijk voor schaamde. En die van ons, nu? Ook bij ons waart buiten het kwaad rond. Het draagt geen laarzen en geweer, het is, in de woorden van Jaap van Dissel ‘a new kid in town, die je eigenlijk niet wilt hebben’. Een rotzakje dat je onverhoeds van achteren bespringt en het op je leven heeft voorzien. Onze premier ‘baalt ervan als een stekker.’ Ook dat hoorde je Seyss-Inquart er destijds niet bij zeggen, toen hij de Sperrzeit verordineerde.
Zeg het eens hardop... Sperrzeit. Of curfew. Kortaffer kan het niet. En prevel nu dat woordje voor je uit: ‘avondklok’... Lopen de rillingen je over de rug? Bij mij niet. Goedenacht vrienden, het wordt tijd voor ons om naar binnen te gaan. Het klokje van gehoorzaamheid tingelt door de valavond. Allemaal naar huis toe hoor!
Dit keer zijn het niet de slechteriken die ons naar binnen dwingen. De slechteriken zijn wijzelf, die beschermd moeten worden tegen onszelf. Omdat we niet willen horen, moeten we dan maar voelen, zegt vader: ‘Dit doet mij meer pijn dan jullie.’ We halen het Mens erger je niet te voorschijn. En het scrabblebord. ‘Avondklok’... woordwaarde negentien. De ene avondklok is de andere niet. Die van ons wordt een knusse avondklok.