[OpNieuw, juni 2022
PDF:OpNieuw 2022 Nadja]
HELP! riep actrice en zangeres Nadja Filtzer voor ‘t eerst van haar leven toen ze een jaar geleden uitgleed met haar fiets en in het koude water van de Krom Boomssloot belandde. En niet tevergeefs. ‘Voor ik het wist werd ik door buren uit het water gevist. Mijn mooie nieuwe witte fiets die ik de hele tijd had vastgeklemd werd ook gered. De hele buurt was in touw en bezorgd.’
Het maakte haar dankbaar bewust van de sociale bewogenheid in haar woonomgeving. Eerder woonde ze in de Oosterparkbuurt, waar ze de vermoorde Theo van Gogh op straat heeft zien liggen. Ook door andere bedreigende gebeurtenissen voelde ze zich er niet meer veilig. ‘Deze woning aan de Krom Boomssloot was een lot uit de loterij’.
In de voorkamer aan de gracht is alles geschilderd in vrolijke lichte tinten. Een heel verschil met hoe ze het aantrof toen ze hier veertien jaar geleden kwam wonen: ‘Alles was mokkakleurig, de wanden, de verwarming, alles.’
Aan de wanden hangen schilderijen van mooie en levendige taferelen, sommige duidelijk ontleend aan de Amsterdamse hoerenbuurt, maar dan gemengd met een soort Chagall-achtige invloed. Als ik er naar kijk, realiseer ik me dat het dezelfde tinten zijn die in Nadja’s interieur het mokka hebben verdreven.
‘Het is werk van mijn vader,’ zegt ze. ‘Hij had zijn woning en atelier op het Rapenburg en schilderde graag taferelen van de Wallen. Daar deed hij inspiratie op. Niet uit lust, hij keek vooral vanuit vormen, kleuren en vlakken. Daarnaast heeft hij ook veel werk gemaakt dat best heftig is, over onrecht, dictatuur, machthebbers en slachtoffers. Daarvoor wilde hij in de bres springen.’
In 1928 vluchtte hij met zijn ouders uit Zhitomir,een stad in Oekraïne niet ver van Kiev, waar ze een stoffenwinkel hadden. De familie was joods, ze vluchtten voor pogroms en het antisemitisme van de bolsjewieken. ‘Via Le Havre gingen ze per schip naar New York, maar daar werden ze niet toegelaten. Mijn opa heeft toen een plek gevonden in Mexico. Daar was een joods ontvangstcomité, heel goed georganiseerd, dat met van alles heeft geholpen.’
In Mexico Stad begonnen Nadja’s grootouders een handel in truien, ze stonden ermee op de markt. ‘Maar mijn vader vond het daar niks, die is op z’n zesde al een keer achter op een vrachtwagen gesprongen om ervandoor te gaan.’ Toen lukte het niet, maar later greep hij de kans om met een beurs te gaan studeren aan kunstacademies in Parijs, Rome en Amsterdam. ‘Onder de naam Luis Filcer werd hij een succesvol schilder en tekenaar. In Nederland leerde hij mijn moeder kennen, die model voor hem stond. Begin jaren zestig was dat.’
Haar ouders zijn gescheiden en na twintig jaar keerde haar vader terug naar Mexico. ‘Ik heb hem daar vaak opgezocht, maar hij is al met al weinig aanwezig geweest in mijn leven. Toch heeft dat me ook veel opgeleverd. Het heeft gemaakt dat ik heel erg op zoek ben gegaan hoe ik dat gemis kon invullen en in mezelf kon gaan geloven.’
Opgroeien deed ze bij haar moeder in De Rijp en Middenbeemster. ‘Daar ben ik begonnen met acteren.’ Nu is ze een geschoold actrice, maar ze regelde die scholing op eigen houtje. ‘Ik kreeg les bij acteursschool Het Collectief aan de Koestraat. Vanaf mijn dertiende ook zangles. En veel privédanslessen... ik heb eigenlijk m’n eigen kleinkunstopleiding vorm gegeven.’ Eén keer deed ze auditie voor de kleinkunstacademie, op piano begeleid door Maarten van Roozendaal, ‘maar ik was zo verliefd op hem dat ik er niks van terecht bracht.
‘Daarna ben ik mijn eigen voorstellingen gaan maken, ik voelde dat ik zelf dingen moest maken. Mijn Zwervend Hart, de productie die ik nu speel, samen met drie muzikanten, is mijn zesde.’ Daarvoor speelde ze het succesvolle Vive Piaf, een voorstelling over Edith Piaf, waarmee ze rondtourde in Nederland en ook optrad in Engeland en Mexico. Onder andere in de woonplaats van haar vader, die toen net was overleden.
‘In Mijn Zwervend Hart speel ik mijn oma, op haar vlucht vanuit Oekraïne. Het gaat over het gevoel van ontworteld zijn maar ondanks de tragische omstandigheden wel hoop blijven houden. Net als mijn vader in zijn schilderijen, probeer ik zware thema’s lichter te maken, met humor. Ik heb uit mijn familiegeschiedenis een enorme positieve kracht meegekregen. Of het iets joods of iets Mexicaans is, weet ik niet, maar ik ben doordrongen van de noodzaak om het beste van het leven te maken.’
Ze wordt daarbij ook geholpen door haar boeddhistische levenswijze. Met haar vriend is ze niet voor de wet, maar wel boeddhistisch getrouwd, volgens de leer van Nichiren Daishonin. Elke dag ‘chant’ (ofwel mediteert) ze hardop, daaraan ontleent ze veel van haar positieve energie.
Het is muziektheater wat ze maakt, en van een veelzijdigheid die me naarmate ons gesprek vordert, doet duizelen. De meeste liedjes schreef ze zelf, de muziek maakte ze samen met haar pianist Leo Bouwmeester. ‘Met Russische en Mexicaanse volksmuziek.’ Daarnaast zingt ze jazz en Braziliaans in haar ensemble Nadjazzda, en Frans in haar groep Nadja et les Gamins. In Mijn Zwervend Hart vertolkt ze ook een jiddisj lied, Mazzel, van Leo Fuld.
‘Zing eens,’ vraag ik verlangend, en het volgende moment word ik haast de kamer uit geblazen door het giga stemgeluid dat zich uit de petite gestalte een weg naar buiten baant.
En daarmee zijn we er nog niet. Ze treedt ook op in het Paleis van de Weemoed aan de Voorburgwal. Geeft smartlappen workshops als Tante Sjaan uit de Jordaan, en workshops plat Amsterdams. En is via haar website nadjafiltzer.nl in te huren met op maat gemaakte liedteksten en repertoire voor feesten en partijen... ‘én begrafenissen. Bijvoorbeeld met Laat me van Ramses Shaffy, dat past gek genoeg bij heel veel mensen. En daar maak ik dan een aangepaste versie van. Dingen op maat maken is een beetje mijn specialiteit geworden.’
Eén keer is Nadja zelf naar Zhitomir gereisd, in 2004, toen leefde daar nog een zus van haar oma. ‘Ik ging samen met mijn vader, die zus had hem voor ‘t laatst gezien toen hij een baby was.’ Het was indrukwekkend, vooral door de gastvrijheid: ‘Terwijl ze zelf geen cent hadden, schotelden ze ons kaviaar en champagne voor.’ Nu woont er niemand meer van de familie. Toch ervaart ze bij de afschuwelijke beelden die nu uit Oekraïne komen een gevoel van familie-achtige verbondenheid: ‘Het brengt me helemaal van mijn stuk.’
Maar het is ook een inspiratie voor de nieuwe musical comedy waar ze nu aan werkt. Die gaat over Amsterdam, over de Nieuwmarkt en de Wallen, gebaseerd op het boek Cotton Club van Alice Boots en Rob Woortman. ‘Een belangrijk thema is de tolerantie die we zouden moeten hebben in Amsterdam. Die zie ik wel, maar er moet wel voor gevochten worden om die te behouden en aanspraak te blijven maken op de titel van meest vrijzinnige stad ter wereld.’