Overleden? Nee, gedood, gewoon gedood

 

[Argus, 27 maart 2025
PDF:Overleden? Nee, gedood, gewoon gedood]

 

Omdat ‘overleden’ minder dramatisch klinkt dan ‘vermoord’, wordt aan dat woord vaak de voorkeur gegeven. Met als gevolg dat zwarte episodes uit de geschiedenis worden verpakt in versluierdend taalgebruik.

Er zijn geen woorden voor’ is een veelgehoorde uitdrukking als het gaat om het herdenken van de miljoenen mensen die in de Tweede Wereldoorlog werden vermoord. Letterlijk was en is dat het geval onder de nabestaanden van joodse oorlogsslachtoffers. Zoals ook bij ons thuis. Het lot van familieleden die de oorlog niet hadden overleefd, werd aangeduid met verhullende termen: zij waren ‘wegge- haald’ en ‘niet teruggekomen’.

Het gebruik van zulke eufemismen was begrijpelijk: het diende een vorm van piëteit en zelfbescherming tegen het besef van het allergruwelijkste: de massamoord in de kampen. Over dat woordje ‘moord’ wordt overigens verschillend gedacht. Volgens sommigen doet het geen recht aan het industriële karakter van de Holocaust en heeft het daarmee, hoe raar het ook klinkt, eveneens een eufemistische component. ‘Vermoorden’ heeft iets persoonlijks, iets emotioneels; in de kampen werd kil en gevoelloos gedood.

Ook in niet-joodse kring wordt de dood in de kampen vaak met eufemismen aangeduid. Soms wordt van ‘gevallenen’ gesproken, alsof het zou gaan om mensen die hun leven gaven voor een goede zaak. Het meest misplaatste eufemisme is ongetwijfeld het woordje ‘overleden’. Overlijden doe je in bed na een slopende ziekte, omringd door je geliefden. Maar in de kampen? ‘Het was geen auto- ongeluk wat zich daar heeft afgespeeld,’ schreef Max Pam. Zoals een kennis van mij zei: “‘Overleden’ kan hoogstens slaan op een SS’er die daar werkte.”

Maar het ten onrechte opvoeren van dit onschuldig ogende woordje beperkt zich allang niet meer tot de oorlogs- herinnering. Ook daarbuiten maakt het opgang. ‘Overleden’ is met stip het meest misbruikte woord als het gaat om het maskeren van moord of de verdenking daarvan. Staatsmedia van schurkenstaten zijn er goed in. ‘Aleksandr Navalny is overleden,’ opende het Russische tv-nieuws op 1 maart vorig jaar.

Ook advocaten grijpen graag naar dat woordje om de daden waarvan hun cliënten worden verdacht zo onschuldig mogelijk voor te stellen. “Het enige dat in deze zaak vaststaat: dat het jongetje overleden is,” aldus advocaat Gerald Roethof, verdediger van Jos B., verdacht van de moord op Nicky Verstappen, in NRC. Bij de veroordeling van Desi Bouterse wegens zijn betrokkenheid bij de Decembermoorden had Roethof het bij Pauw ook al over het ‘overlijden’ van de slachtoffers.

Maar ook in gewone nieuws-berichten wordt vaak gesproken van ‘overleden’ als het gaat om klinkklare moord of mishandeling met de dood als gevolg: ‘De broer en de advocaat van de kroongetuige zijn overleden.’ ‘Inheemse kinderen op internaten in Canada werden zo verwaarloosd dat er duizenden zouden zijn overleden.’ ‘De driejarige Savanna werd door haar moeder en stiefvader zo mishandeld dat ze overleed.’

Als je erop let, zie je dit soort omschrijvingen steeds vaker opduiken in de media. Ook daarbij kunnen al dan niet bewuste overwegingen van eigenbelang, politieke voorkeur of schuldgevoel een rol spelen. Wat bijvoorbeeld te denken van het veelvuldig gebruik van het woord ‘overleden’ als het gaat om het verdrinken of doodvriezen van vluchtelingen en asielzoekers op zee of aan de grenzen van de Europese Unie? ‘Minstens twintig migranten overleden nadat mensensmokkelaars hen voor de kust van Djibouti overboord hadden gezet.’ ‘Achttien overleden illegale migranten gevonden in achtergelaten vrachtwagen.’

Ook als het gaat om de slachtoffers van de Israëlische massamoord in Gaza wordt herhaaldelijk van ‘overlijden’ gesproken: Bij een bombardement op een ‘humanitair gebied’ ‘overleden veel mensen doordat de tenten waar ze in sliepen in brand vlogen’, schreef NRC.

Vorig jaar augustus vertelde de Nederlands-Palestijnse fotograaf Sakir Khader bij Zomergasten over vier vrienden die hij fotografeerde op de Westelijke Jordaanoever. Bij terugkomst in Nederland hoorde hij dat twee van hen waren ‘overleden’, zoals interviewer Joris Luyendijk het uitdrukte. “Gedood,” verbeterde zijn zomergast. Gedood bij een Israëlisch bombardement.

Een paar maanden later moest Khader hetzelfde doen toen hij op bezoek was in Bar Laat. Dit keer ging het over zijn tentoonstelling over zeven Palestijnse jongens die allemaal waren ‘overleden,’ aldus presentatrice Sophie Hilbrand. “Gedood,” verbeterde Khader wederom kalm. “Ze zijn gedood.”

Het zit er diep ingebakken bij Hilbrand: een maand tevoren deed ze precies hetzelfde toen een vrouw in Bar Laat kwam vertellen over het lot van haar Palestijnse familieleden: zij waren vermoord toen hun flat in Gaza werd gebombardeerd. Later kwamen Hilbrand en BNNVara erop terug met de woorden dat de familieleden waren ‘omgekomen’ en ‘overleden’.

Palestijnen worden in de media ‘ontmenselijkt’, schreef Yara Hawari in NRC. ‘We zien vaak de aloude taalkundige gymnastiek waarbij Israëliërs worden gedood en Palestijnen eenvoudigweg “omkomen”.’ Toch vinden op de West-oever ook moorden plaats. ‘Bij een wraakactie van joodse kolonisten werden de schapen en duiven van een Palestijnse olijfboer vermoord,’ meldde de Volkskrant.

Ook als mensen acuut om het leven komen bij ongelukken, sport of natuurrampen komt dat woordje ‘overleden’ vaak om de hoek kijken. Van het wegmoffelen van kwalijke achtergronden is dan geen sprake. Waarom gebeurt het dan toch? Ik denk dat het iets zegt over onze moeizame omgang met sterven en dood. Socioloog Norbert Elias schreef daarover in 1980 het essay De eenzaamheid van stervenden in onze tijd: ‘We zijn tegenwoordig, anders dan in vroeger tijden en in andere culturen, geneigd de dood uit ons dagelijks leven te bannen, en als hij er dan toch is zo geruststellend mogelijk te presenteren.’

Als het gaat om een gewelddadig einde neemt deze verlegenheid met de rauwheid van het sterven nog toe. Dan is de verleiding het grootst om het in ieder geval verbaal van zijn scherpste kantjes te ontdoen. Een extreem voorbeeld zag ik op een tentoonstelling in het Maastrichtse Bonnefantenmuseum. Bij een middeleeuwse triptiek hing daar een toelichtend bordje: ‘Hier toont God zijn overleden zoon.’

Ook als iemand zichzelf van het leven heeft beroofd, spreken de media vaak van ‘overleden’. Het klinkt raar, en dat geldt in nog hogere mate als het gaat om schurken die de hand aan zichzelf sloegen om berechting te ontlopen: ‘de overleden Amerikaanse zeden- delinquent Jeffrey Epstein’ (de Volkskrant), of Philip Freriks bij De slimste mens: ‘Himmler overleed op 20 mei 1945.’

Ook dieren kunnen in bepaalde gevallen bij hun heengaan aanspraak maken op dat van innige deelneming getuigende woordje ‘overleden’. ‘That parrot is definitely deceased,’ aldus John Cleese in zijn fameuze dodepapegaaiensketch. ‘This is a late parrot, He’s passed on. This parrot is no more. He has ceased to be. He has expired and gone to meet its maker.’

‘Honderden varkens bij stalbrand overleden,’ berichtte De Gelderlander september vorig jaar met leedwezen. De overige vijftigduizend varkens die in die maand het tijdelijke met het eeuwige verwisselden op de slachtbank moesten het zonder dit rouwbeklag stellen.

Bedoeld of onbedoeld? Dat lijkt een belangrijk verschil bij de vraag of je als dier ‘overlijdt’ of gewoon wordt doodgemaakt. Vroege Vogels berichtte vorig jaar dat het Nioz fuiken had gezet in het Marsdiep om vissen te onderzoeken, maar sommige vissen ‘overleden daarbij helaas’. Deze regel gaat overigens niet altijd op, soms wordt het droeve woordje ook gebruikt bij dieren die zeer doelbewust naar de andere wereld zijn geholpen. ‘De meeste zijn overleden,’ liet een bestrijder van eikenprocessierupsen bijvoorbeeld weten.

De beste kans om als overlijdensgeval te worden geboekstaafd, maak je als dier wanneer je de aandacht hebt getrokken en daarmee een naam en een leeftijd hebt verdiend. Zoals alligator Saturnus, waarvan werd gezegd dat hij ooit tot Hitlers privécollectie behoorde, in een Moskouse dierentuin was ‘overleden’ op 84-jarige leeftijd. Of Burt, de krasse krokodil uit de film Crocodile Dundee, ongeveer negentig jaar oud. Of Sudan, de laatste noordelijke witte mannetjesneushoorn, hij werd 45. En natuurlijk het betreurde dressuur- paard Totilas, in 2000.

Dieren die vermenselijkt worden, mogen ook nogal eens ‘overlijden’. Zoals vorig jaar de vrien- delijke witte beluga Hvaldimir, de Russische walvisspion die lange tijd heen en weer zwom voor de Noorse kust. Maar ook minder tot de verbeelding sprekende dieren valt soms dit geluk ten deel. Zo antwoordde Jeroen Pauw in HP/De Tijd op de vraag ‘Van wie houdt u het meest?’: ‘Ik had vroeger een wandelende tak, maar die is helaas overleden.’

En ook bij dieren geldt dat aan het overlijden geen langdurig ziekbed vooraf hoeft te gaan. Zoals blijkt uit het geval van de ‘overleden brandgans’ die volgens Hart van Nederland tijdens de vogelgriep pardoes op iemands autodak viel. Of, nog overtuigender, uit het verhaal van een paleontoloog die bij De slimste mens vertelde dat ze vissen had aangetroffen die waren ‘overleden op de dag van de grote meteorietinslag’.

Ten slotte speelt ook de persoon van de verslaggever een rol bij de woordkeuze bij het doodgaan van dieren. Zo blinkt biologieredacteur Gemma Venhuizen van NRC uit in piëteit. In 2020 schreef ze over twee herten die ‘overleden’ door aanrijdingen in het duingebied, in 2021 over een in isolatiemateriaal verstrikte grootoorvleermuis die uiteindelijk in een vleermuizen- opvang overleed, en in 2022 over een onderzoek naar de clitoris van elf overleden vrouwtjesdolfijnen.

Een aanpalend geval van verhullend woordgebruik wordt bij dieren niet gebruikt. Dat is de veelvuldig misbruikte term ‘executeren’. Ook hier is vaak sprake van het uit eigenbelang maskeren van moord. Het Nederlandse schoolvoorbeeld zijn de ‘standrechtelijke executies’ door kapitein Raymond Westerling tijdens de ‘politionele acties’ van 1946. Een executie vindt plaats als na een eerlijk proces een gerechtelijk vonnis is geveld: het ‘executeren’ is dan het ten uitvoer leggen van dat wettelijk geldige vonnis. Wat Westerling deed, was moord op grote schaal, met stilzwijgende instemming van de Nederlandse autoriteiten. Waarover de regering inmiddels spijt heeft betuigd.

Nederland bevond zich hiermee in het gezelschap van schurkenstaten als Iran onder Khomeiny, Servië onder Karadzic, Suriname onder Bouterse, Afghanistan onder de Taliban, Myanmar onder het militaire bewind, Rusland onder Poetin en Syrië onder Assad. In al deze gevallen werden slachtoffers volgens tal van media ‘geëxecuteerd’, waar- mee onbedoeld een schijn van legitimiteit werd gesuggereerd. Ook onverdachte auteurs deden daaraan mee; zo kwalificeerde advocaat Gerard Spong in NRC de moordpartij in 1986 door Bouterse-militairen in het Surinaamse marron- dorp Moiwana als ‘executies’. Dezelfde krant bestond het zelfs de massamoord door de nazi’s in Babi Jar als ‘executies’ te omschrijven. Arnon Grunberg sprak van ‘massa-executies door Einsatzgruppen’.

Het meest actuele voorbeeld van het verbaal opkalefateren van moord is het misbruik van het woordje ‘euthanasie’. Letterlijk betekent dat ‘de goede dood’, in Nederland wettelijk mogelijk bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Het eerste geval dat mijn aandacht trok, vergeet ik nooit: de 440 eekhoorns die in 1999 op Schiphol in de verhakselmachine werden ‘ge-euthanaseerd’ omdat ze niet over de juiste reispapieren beschikten. Sindsdien duikt het woord regelmatig op als omschrijving van het doden van dieren waar het baasje vanaf wil. Een enkel voorbeeld: In 2014 besloot de dierentuin van Kopenhagen volgens de Volkskrant een jonge giraf te ‘euthanaseren’ omdat die niets toevoegde aan de genenpoel van het Europese fokprogramma

Voor het misbruik van de term als het om mensen gaat, moeten we terug naar de nazi’s, die gehandicapten en psychiatrische patiënten op grote schaal ‘euthanaseerden’. Komt het in Nederland ook zover? Vooralsnog alleen bij Koot & Bie. In 2008 kwam Koot bij ambtenaar Bie een geval van ‘overlijden’ aangeven. Hij had met een reeks medebewoners van de Hyacinthstraat ‘de euthanasie bedreven’, met behulp van respectievelijk een stofzuigerslang, een bijl en arsenicum. De betrokkenen hadden immers ‘geen perspectief meer’, ze zaten maar te zitten voor het raam en kregen nooit bezoek. Veel beter zo, vond ook ambtenaar Bie, die begripvol optikte dat zij waren ‘overleden’. Met als bijkomend voordeel dat Koot na het euthanaseren van zijn buren en het weghalen van de schutting een twee keer zo grote tuin op het zuiden had gekregen!

Ook andere cabaretiers maakten dankbaar gebruik van de tongue-in-cheekmogelijkheden waar dat woordje ‘overleden’ zich voor leent. ‘Nou ligt er weer een juffrouw in het trapportaal/ Die op afschuw’lijke manier is overleden,’ zong Drs. P in De Commensaal. Wim Sonneveld repte in De Voetbalpool van een Rotterdamse bakker wiens adamsappel wordt dichtgeknepen door een Ajaxman, ‘zodat ieder dacht dat hij was overleden’. En het duo Waardenberg en De Jong berichtte kort en goed: ‘Het vliegtuig kreeg panne/ Daar in de savanne/ En viel naar beneden/ Allen overleden.’

 

Terug naar overzicht met artikelen